Ga naar de inhoud

Rimburg 1944

Rimburg 1944

Inhoudsopgave

Intro

Oktober 1944. Onder Amerikaanse bewaking loopt een ontwapende groep Duitse soldaten met opgeheven handen door Rimburg. Via de Rinckberg worden zij afgevoerd naar een verzamelplaats voor krijgsgevangenen. Iedere stap voert hen verder van de frontlinie, die inmiddels richting Aken kruipt. Hun gezichten zijn vuil en ongeschoren, hun mantels slordig dichtgeknoopt. De weinige uitrusting die ze nog hebben, bungelt samengepakt langs hun lijven. Het contrast met 10 mei 1940 kon niet groter zijn. Langs de straat staan Amerikaanse soldaten toe te kijken. Het zijn niet de eerste krijgsgevangenen die zij zien en zeker niet de laatste. De Duitsers zijn waarschijnlijk opgelucht, want voor hen is de oorlog voorbij. Voor de Amerikanen is het nog maar de vraag wie de eindstreep haalt en wie niet.
Amerikaanse soldaten geleiden Duitse krijgsgevangenen door de Rinckberg, die toen nog ‘Dorpstraat’ of ‘Rimburger Dorpstraat’ werd genoemd. Het dak van de hoeve links is beschadigd door de vele beschietingen voorafgaand aan de bevrijding (historische foto: Heemkundevereniging OCGL)

Richting Westwall

In de zomer van 1944 razen de Geallieerde legers door Noord-Frankrijk en België. Op 7 september bevrijden zij Luik. Ondertussen is het onrustig in de Mijnstreek. Lange colonnes Duitse soldaten trekken aan de huizen voorbij, op weg naar Duitsland. De bevrijders zijn in aantocht, maar hoe lang gaat het nog duren? Op 12 september staan de Amerikanen bij Mesch op Nederlands grondgebied en twee dagen later is Maastricht bevrijd. De Duitsers verschansen zich achter de Geul, maar hun verdedigingslinie valt al snel uiteen. Op 17 september verschijnen de eerste Amerikaanse tanks in Heerlen en een dag later behoren Schaesberg en Nieuwenhagen tot bevrijd gebied. Op 19 september worden de laatste Duitsers uit Waubach verdreven, maar dan stokt de opmars. Achter Rimburg, aan de overkant van de Worm, begint het Duitse Reichsgebiet, beschermd door de Westwall. De Westwall is een Duitse grensverdedigingslinie van Kleve tot Zwitserland, die de Geallieerden de Siegfried Line noemen. Duitsland bouwde deze gordel van betonnen forten, bunkers en versperringen al vóór de oorlog, als verdediging tegen een Franse invasie. De Blitzkrieg van 1940 maakte de Westwall in één klap overbodig. Veel wapentuig en ander materiaal werd eruit gesloopt voor hergebruik in de Atlantikwall. Bij Rimburg begint de Westwall met de stellingen en versperringen langs de spoorlijn Aken-Mönchengladbach. Daarachter, door de hoger gelegen hellingbossen, kronkelen loopgraven van bunker tot bunker. Als de Amerikanen nu de Worm oversteken en de Westwall doorbreken, verplaatst de strijd zich naar Duitse bodem en kunnen zij de noordelijke aanval op Aken inzetten. Een daad van enorm strategisch én psychologisch belang. En toch wachten ze, met knarsende tanden. Na hun lange opmars is er namelijk te weinig brandstof, munitie en mankracht om zo’n grote aanval op de beruchte Siegfried Line te riskeren. Een duivels dilemma, want iedere dag die verstrijkt geeft de Duitsers meer tijd om hun verdediging te versterken. Op 22 september wordt de aanval definitief uitgesteld. Tijdens de gevechtspauze die volgt, vinden de Amerikaanse soldaten een thuis ver van huis in de bevrijde dorpen, omringd door dankbare mensen en hun nieuwsgierige kinderen. Na weken van ontberingen nemen ze voor het eerst weer een warme douche in het badlokaal van een kolenmijn en kijken ze een film, bijvoorbeeld in het Asta Theater op de markt in Schaesberg. En Rimburg? Rimburg verandert in een levensgevaarlijk niemandsland.

Rimburg Niemandsland

Rond 19 september verlaten de laatste Duitsers Rimburg. Ze leggen landmijnen op de kruising bij het Heilig Hartbeeld, blazen de brug over de Worm op en trekken zich terug richting Westwall. De tijdelijke gevechtspauze geeft het dorp geen rust, want de Amerikanen en Duitsers bestoken elkaar dag en nacht met artillerievuur. Amerikaanse granaten vliegen meestal over, die van de Duitsers landen regelmatig ook in Rimburg. Veel huizen, boerderijen, de kerk en de watertoren raken beschadigd. Rondvliegende granaatsplinters eisen slachtoffers. Zo krijgt Joep Hermans een scherf in zijn hals als hij bij het Heilig Hartbeeld naar de beschietingen staat te kijken. Hij valt ter plekke dood neer. Angst regeert en het dagelijks leven verplaatst zich naar de kelders, waar gezinnen noodgedwongen tussen de kolen en aardappelen bivakkeren. De woning wordt alleen opgezocht om te koken of om snel iets te halen. Wassen is er niet bij, want er komt geen water meer uit de leidingen. Afgesneden van de buitenwereld heeft Rimburg een eigen bestuur nodig. Boer Kallen wordt tot burgemeester benoemd, Jeuf Wassen tot secretaris. Frits Wassen, elektricien bij kolenmijn Julia, moet waar mogelijk het elektriciteitsnet herstellen en Wies Lemmens wordt belast met de voedselvoorziening en rantsoenering. Om extra zuinig met de meelvoorraad om te gaan, bakken bakkers afgepaste hoeveelheden brood voor hun dorpsgenoten. Uit de weilanden wordt loslopend en gesneuveld vee gehaald, afkomstig uit de geëvacueerde Duitse grensdorpen. Dat vergt moed, want het open terrein is levensgevaarlijk. Als Sibbe van den Hoop groenten gaat halen in zijn tuin bij de visvijver, wordt hij doodgeschoten vanaf de overkant van de Worm. Het verzamelde vee wordt geslacht in zaal Lemmens, tegenwoordig gemeenschapshuis D’r Eck. Ieder gezin krijgt een portie vlees. Men doet er alles aan om de voedselvoorziening op peil te houden. Ondertussen doet de herfst zijn intrede. De temperatuur daalt en een scherpe noorderwind drijft donkere wolken over het Wormdal. Zware regenbuien veranderen wegen in modderpoelen. Hoe lang moet Rimburg dit nog volhouden? Niemand weet het.
Het oorlogsgeweld drijft complete gezinnen naar de kelder. Zoals hierboven duidelijk zichtbaar is die vaak gestut om instorting bij een voltreffer op de woning te voorkomen. Niemand weet hoe lang men zo nog moet bivakkeren (foto: Heemkundevereniging OCGL)

Aan de overkant

Bij het Duitse opperbevel heerst verbazing. Waar blijft de vijand nu? Na de snelle opmars door Zuid-Limburg hadden de Amerikanen makkelijk door de onderbemande Westwall kunnen stoten. Een gemiste kans die de Duitsers tijd geeft om de verwaarloosde linie te versterken. Ten noordoosten van Rimburg maakt de pas opgerichte 183e Volksgrenadier Division zich op voor de strijd. De medio september gearriveerde manschappen zijn goed uitgerust, maar onvoldoende getraind. Ten oosten en zuiden van Rimburg betrekt de 49e Infanterie Division de stellingen van de Westwall. Na zware verliezen aan de Seine en hergroepering bij Hasselt heeft deze divisie zich al vechtend teruggetrokken door het Heuvelland en de Oostelijke Mijnstreek. De afgelopen maanden is veel materiaal verloren gegaan. De grootste zorg bij de verdediging van de Westwall is het ontbreken van zware wapens en tanks, die de Amerikanen in overvloed hebben. Sinds 16 september beschikte de 49e over een groep tankjagers van SS-Panzerjäger Abteilung 10, maar die wordt inmiddels alweer elders ingezet. Gelukkig is de Worm met haar zompige oevers een effectief natuurlijk obstakel voor vijandelijke pantservoertuigen. Tussen de beschietingen door zijn de Duitsers dag en nacht in de weer om de Westwall te versterken. Dankzij de gevechtspauze weten ze hun verdediging uit te breiden met zware machinegeweren, artillerie en luchtdoelartillerie die voor gronddoelen kan worden ingezet. Hoewel het buiten koud, nat en modderig is, verblijven de ervaren soldaten liever in de loopgraven dan in de bunkers. Een bunker is immers een doelwit en de angst voor een voltreffer weegt zwaarder dan het ongemak van de gure buitenlucht. Ondertussen worden de Duitse grensdorpen op bevel van de Wehrmacht geëvacueerd. De partijbonzen van de NSDAP, vanwege hun bruine en met goud bestikte uniformen ook wel spottend ‘Goldfasane’ oftewel ‘goudfazanten’ genoemd, zijn inmiddels al gevlucht. De trieste aanblik van een wegtrekkende bevolking die huis en haard moet achterlaten maakt diepe indruk op de soldaten. Ze beseffen dat de strijd aan de voordeur van hun Heimatland is gearriveerd. Turend over de drempel wachten zij op een geweldsexplosie die iedere dag dichterbij komt. Op 1 oktober nemen de vijandelijke beschietingen en luchtactiviteit sterk toe. Het zal niet lang meer duren voordat de Amerikanen aanvallen.
Het bidprentje van de Rimburger Jozef (Joep) Hermans, die op 26 september 1944 door een granaatsplinter uit het leven werd gerukt bij het Heilig Hartbeeld (uit: database bidprentjes van Rijckheyt, centrum voor regionale geschiedenis te Heerlen)

De aanval

Als de dag van de grote aanval nadert, krijgen de Amerikanen extra rantsoenen sigaretten en chocolade uitgereikt. ‘Zo worden de zwijnen vetgemest voordat ze worden geslacht’, grappen ze onderling. Op maandagochtend 2 oktober is het dan eindelijk zo ver. Ondersteund door de tanks van de 2nd Armored Division moeten twee regimenten van de 30th Infantry Division over een frontbreedte van slechts 1.5 tot 2 kilometer de Worm oversteken. Het 117th Infantry Regiment ten noordoosten van Rimburg onder Marienberg, het 119th Infantry Regiment via Rimburg en Broekhuizen. De aanval wordt ingeleid door een luchtbombardement op de Westwall, dat helaas weinig doelen treft. Een helse artilleriebarrage heeft meer succes, maar voorkomt niet dat de Amerikanen onder zwaar Duits vuur komen te liggen. Onder dekking van een rookgordijn stormen ze richting de Worm, die ze met geïmproviseerde voetbruggen moeten oversteken. Veel mannen van het 119th Infantry Regiment laten de voetbruggen vallen om snelheid te kunnen maken tijdens de gevaarlijke afdaling vanaf het plateau. In Rimburg komen ze geen weerstand tegen, maar dichterbij de Worm worden ze wederom hevig beschoten. Kasteel Rimburg blijkt vol Duitse soldaten te zitten. Ook vanuit een als huis vermomde bunker rechts van het kasteel komt zwaar mitrailleurvuur. De mannen moeten wachten totdat de tweede aanvalsgolf de voetbruggen naar de rivier brengt en zoeken dekking, onder meer achter de watermolen. Ondertussen rollen de eerste tanks Rimburg binnen. Om eventuele sluipschutters uit te schakelen, schiet één van de tanks een gat in de kerktoren. Eenmaal aan de overkant van de Worm stuiten de Amerikanen op zware weerstand. Pas tegen de avond hebben ze het kasteel omsingeld en een linie ten westen van de spoorlijn in handen. Bij de opgeblazen Wormbrug ploeteren soldaten van het 105th Engineer Combat Battalion door de modder om onder zwaar vuur een voertuigbrug voor de tanks te bouwen. Ondertussen is het 117th Infantry Regiment te Übach-Palenberg in felle huis-tot-huisgevechten verwikkeld. Aan het eind van de dag zijn maar liefs 232 soldaten van het 117th Infantry Regiment, 68 van het 119th Infantry Regiment en 15 van het 105th Engineer Combat Battalion gesneuveld, gewond of vermist. De komende dagen verlopen niet minder bloedig. Pas op 3 oktober is de hardnekkige verdediging van Kasteel Rimburg uitgeschakeld. De stellingen achter de spoorlijn moeten bunker voor bunker met handwapens, handgranaten en vlammenwerpers worden veroverd. Ondertussen probeert de Duitse artillerie voortdurend de voertuigbruggen bij Rimburg en Marienberg te vernietigen. Het duurt nog tot 5-6 oktober voordat de Amerikanen zo ver zijn gevorderd dat de rust in Rimburg enigszins terugkeert. Toch blijft het nog de hele winter rommelen in de verte. De Rimburgers voelen zich pas écht veilig nadat de Amerikanen in het voorjaar van 1945 over de Rijn trekken.
De Kapelweien, 14 december 1944. Zwarte Amerikaanse soldaten scheppen een sleuf dicht nadat ze Nederlandse en Duitse communicatiekabels van elkaar hebben gesplitst. Twee dagen later zullen de Geallieerden onaangenaam worden verrast door de Duitse doorbraak in de Ardennen (historische foto: Beeldbank WO2 – NIOD)

119th Infantry Regiment (1946). Combat history of the 119th Infantry Regiment. Baton Rouge, Louisiana: Army & Navy Publishing Company.

Anoniem (1944). [Rapport over het 105th Engineer Combat Battalion, 14 september tot 21 oktober 1944]. Geraadpleegd op 26 januari 2022, van http://www.oldhickory30th.com/XIXSiegfried105.pdf

Baumer, R.W. (2015). Aachen. The U.S. Army’s Battle for Charlemagne’s City in WWII. Mechanicsburg: Stackpole Books.

Ferris, F. & Parker, W.R. (1944). Breaching the Siegfried Line. Geraadpleegd op 26 januari 2022, van
https://www.oldhickory30th.com/Ferris%20Ardennes%20Appendices%20PART%201.pdf

Lange, W. (1955). MS#B-753. 183d Volks Grenadier Division (Sep 1944 – 25 Jan 1945). Historical Division Headquartes US Army, Europe.

MacDonald, C.B. (1990). The Siegfried Line Campaign. Washington D.C.: U.S. Army Center of Military History.

Macholz, S. (1953). MS#B-792. The 49th Infantry Division. Historical Division Headquartes US Army, Europe.

Parren, M. (1994, 20 september). Leven in niemandsland eenzaam en gevaarlijk. Limburgs Dagblad.

Peters, P. (2019). Even terug in de tijd, 1944 de bevrijding. In Born, j., Dortants, H., Hessels, K., Kobben, J., Mulders, H. & Schiffelers, J. (Reds.), Landgraaf 75 jaar vrij! (pp.210-214). Landgraaf: Heemkundevereniging Landgraaf.

Rimburg was 14 dagen niemandsland (1944, 13 oktober). Limburgsch Dagblad.

Trees, W. & Whiting, C. (1975). Die Amis sind da! Wie Aachen 1944 erobert wurde. Aken: Zeitungsverlag Aachen.

Verreck, A.J. (2019). Bezetting en oorlog als jeugdherinnering. In Born, j., Dortants, H., Hessels, K., Kobben, J., Mulders, H. & Schiffelers, J. (Reds.), Landgraaf 75 jaar vrij! (pp.190-208). Landgraaf: Heemkundevereniging Landgraaf.

Wat is jouw ervaring
met deze locatie?
{{ reviewsTotal }}{{ options.labels.singularReviewCountLabel }}
{{ reviewsTotal }}{{ options.labels.pluralReviewCountLabel }}
{{ options.labels.newReviewButton }}
{{ userData.canReview.message }}
Rimburg 1944
Rimburg en omgeving