Tijdens de late middeleeuwen verrijst in het zompige Strijthagerbeekdal een kasteeltje. Het is de voorloper van Kasteel Strijthagen en ligt ergens in de buurt van het huidige kasteel. Het is bewoond door de familie Judenkop. De Judenkops bezitten hier veel grond en noemen zich Heren van Strijthagen. Wanneer Johan van Strijthagen in 1554 sterft, erft zijn neef Willem van Schaesberg Strijthagen. Waarschijnlijk is deze Willem degene die op een kunstmatig opgehoogd terrein het huidige kasteel bouwt. Het is dan nog een rechthoekig herenhuis met trapgevels, een zadeldak en minstens één ronde toren. Het complex is geheel omgracht. Tijdens de 18e eeuw is Kasteel Strijthagen in bezit van de Akense familie Clotz en krijgt het zijn huidige aanzien met mansardedak. De toren verdwijnt en het voorplein krijgt een uitzwenkend bruggenhoofd. In de 19e eeuw wordt de gracht tussen het kasteel en de 17e eeuwse kasteelhoeve gedempt. Het terras met uitzicht op de visvijver wordt na 1899 toegevoegd door mijnexploitant Friedrich Honigmann.
In 1811 neemt de 33-jarige Peter Josef baron van Lommessem zijn intrek in Kasteel Strijthagen. Hij stamt uit een rijke patriciërsfamilie uit Aken, waar zijn vader jarenlang schepen en later burgemeester is. Van Lommessem zal in de voetsporen van zijn vader treden. Hij is al ruim tien jaar politiek actief als de Belgische Revolutie van 1830 zich uitbreidt naar Limburg. Conform de Belgische Gemeentewet worden alle zittende burgemeesters en raadsleden ontslagen. De bevolking van Schaesberg kiest Van Lommessem unaniem tot nieuwe burgemeester. Als bijgevolg van de erkenning van de Belgische staat door koning Willem I, worden de Limburgse gemeentes ten oosten van de Maas in 1839 weer aan zijn koninkrijk toegevoegd. Het protest vanuit de bevolking en haar burgemeesters is hevig maar vergeefs. Van Lommessem blijft in functie tot zijn dood in 1846. Zijn opvolger is Leopold Joseph Victor baron de Rosen, de echtgenoot van het nichtje aan wie hij Strijthagen na laat. Burgemeester De Rosen is een vrolijke man met een snor en sik als Napoleon III. Hij houdt honden, pauwen, vogels en goudvissen op het kasteel. Zijn oudste zoon George trekt naar Rome en dient korte tijd als Zoeaaf, oftewel pauselijk soldaat, in het leger van Pius IX. Na zijn terugkeer op Strijthagen, dat hij van zijn ouders erft, wordt ook hij in 1876 burgemeester van Schaesberg. Hij bekleedt het ambt tot 1895, wanneer hij ongehuwd en kinderloos sterft. Zijn nicht Maria barones von Broich erft het kasteel en verkoopt het vier jaar later aan mijnexploitant Friedrich Honigmann. Samen met zijn broer Carl en spoorwegingenieur Henri Sarolea is hij grondlegger van de Oranje-Nassau mijnen.
Friedrich Honigmann sterft in 1913. Na zijn dood is Kasteel Strijthagen in bezit van OGON, de dochtermaatschappij ‘Onroerend Goed Oranje-Nassau’ van de Oranje-Nassau mijnen. De ondergrondse mijnbouw veroorzaakt de nodige verzakkingen in het gebied. Net als de nabijgelegen Strijthagermolen heeft het kasteel daar behoorlijk onder te lijden. Het verkeert dan ook in enigszins vervallen toestand wanneer kunstenaar Aad de Haas er in 1952 mag komen wonen. De Haas komt oorspronkelijk uit Rotterdam, waar hij het bombardement van 1940 van dichtbij heeft meegemaakt. Tijdens de oorlog keurt de Duitse bezetter zijn werk af en eindigt hij in de gevangenis. Na zijn vrijlating in 1944 vlucht hij met zijn vrouw naar Zuid-Limburg. Ook hier wekt zijn werk weerstand op, vooral onder de kerkelijke autoriteiten. Pas in de jaren ’60 komt er meer waardering voor zijn confronterende, expressieve stijl. In 1972 sterft De Haas op 51-jarige leeftijd aan een hersenbloeding. Zijn vrouw en zeven kinderen blijven achter op het kasteel. Wanneer de familie vertrekt, volgen jaren van leegstand en verval. Een ingrijpende restauratie in de jaren ’80 redt het complex van de ondergang. Sinds 2015 woont een nieuwe kunstenaarsfamilie op Kasteel Strijthagen. Het zijn de Russische beeldhouwer Alexander Taratynov, zijn vrouw Katja en hun twee dochters. Ze wonen, werken en exposeren in het kasteel en in de hoeve. Op de binnenplaats en bij de vijver staat een reeks levensgrote beelden van Taratynov. Het plein voor het bordes van het kasteel vormt het decor van zijn levensgrote Nachtwacht in brons. Een kopie van deze beeldengroep siert het Rembrandtplein in Amsterdam.
Corten, A. (1985). Kasteel Strijthagen (Onder Schaesberg). Land van Herle, ed. Monumententocht 20 april 1985, p.18-19.
Erens, F. (1989). Jongensjaren. In H.G.M. Prick (Ed.) Vervlogen Jaren (2e druk, pp. 9-79). Amsterdam: De Arbeiderspers.
Heemkundevereniging OCGL (n.d.). In vogelvlucht het levensverhaal van Aad de Haas. Geraadpleegd van
http://www.heemkundelandgraaf.nl/Aad%20de%20Haas.pdf
Ramakers, E.P.M. (1976). Peter Josef baron van LommessemStrijthagen, 1778-1846. Land van Herle, 26(1), p.13-19.
Ramakers, E.P.M. (1985). Notities omtrent Strijhagen, 15de-16de eeuw. Land van Herle, 35(5), p.181-196.
Ontdek Landgraaf is het digitaal erfgoedplatform van de gemeente Landgraaf.