Wie tegenwoordig de ruïne van Kasteel Schaesberg bezoekt, wandelt door de resten van wat ooit een van de mooiste kastelen in de regio was. Lang geleden woonden hier de heren van Schaesberg. Hoewel de laatste verschijningsvorm van het kasteel uit de 16e en 17e eeuw dateert, is er minstens één middeleeuwse voorganger die in 1571 plaatsmaakt voor een voornaam huis in de stijl van de Maaslandse Renaissance. Het heeft hoge trapgevels en een traptoren met daarin de entree. De dikke muren zijn opgetrokken uit baksteen, afgewisseld door speklagen van natuursteen. Een huis om mee te pronken. In 1616 krijgt het kasteel zijn vierkante toren en twee vleugels die een binnenhof met zuilengalerij omsluiten. De U-vormige kasteelhoeve verrijst in 1650. Nadat de laatste kasteelheer in 1733 sterft, wordt Kasteel Schaesberg nog geruime tijd onderhouden door een rentmeester. Beelden uit 1888 tonen een vervallen maar compleet kasteel. Na het instorten van de daken krijgen weer en wind echter vrij spel en brokkelen de muren steeds verder af. De kasteelhoeve blijft ondertussen in gebruik, maar wordt eind jaren ’60 gesloopt.
De eerste Van Schaesbergs duiken al op in oorkondes uit de 13e eeuw, maar de vroegst bekende heer van Schaesberg is Coenraad van Schaesberg. Volgens een oorkonde uit 1364 bezit hij 11 bunder land en de hoeven Leenhof en Kakert. Zijn zoon Johan van Schaesberg trouwt met Getrud van Retersbeek. Het huwelijk blijft kinderloos en in de vroege 15e eeuw sterft het huis Van Schaesberg uit. De bezittingen gaan over op Willem II van Retersbeek, de broer van Gertrud. Hij neemt de familienaam over en voegt zijn eigen familiewapen samen met dat van de familie Van Schaesberg. In 1411 noemt hij zich nog Retersbeck, anders genannt van Schaefsberg, maar op termijn vervalt zijn oude familienaam. Willem II is dus de stamvader van het tweede geslacht Van Schaesberg. Strategische huwelijken en erfenissen maken zijn nageslacht steeds rijker en machtiger. In 1571 vervangt Johan van Schaesberg het middeleeuwse kasteel van zijn voorouders door het huis met de trapgevels. Zijn zoon Frederik voegt de vierkante toren en de vleugels rond de binnenhof toe. Dankzij zijn goede contacten aan het hof in Brussel wordt Schaesberg in 1619 tot een zelfstandige heerlijkheid verheven. Zijn zoon Johan Frederik bedingt dat die heerlijkheid in 1661 bij de Spaanse Nederlanden blijft. Schaesberg wordt dan een katholiek Spaans eiland in ‘Hollands’ territorium. Naast een invloedrijk politicus is Johan Frederik nogal een bouwheer. Zo bouwt hij de kasteelhoeve, de Leenderkapel en de Barbarakapel te Palemig. Ook legt hij de basis voor de dorpskerk die zijn kleinzoon Frederik Sigismond Theodoor in 1699 voltooit. Diezelfde kleinzoon is de laatste adellijke kasteelbewoner. Hij is kanunnik en blijft ongehuwd. In 1720 stelt zijn familie hem onder curatele omdat hij krankzinnig gedrag vertoont. Zo schiet hij op zijn dienaren en slaat hij hen zonder reden. Bang voor vervolging en vergiftiging sluit hij zichzelf soms wekenlang op. Geestelijken die hem willen bezoeken, jaagt hij vloekend en tierend van zijn terrein. Na zijn dood in 1733 staat het kasteel leeg. De hoofdzetel van de familie heeft zich inmiddels verplaatst naar Kasteel Krickenbeck, ten oosten van Venlo.
In de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw is de ruïne van Kasteel Schaesberg meermaals het toneel van archeologische opgravingen. Onder leiding van ingenieur Hugo Knook spit een groep studenten en vrijwilligers door een laag puin en klei, die langzaam zijn geheimen prijsgeeft. Knook is verbonden aan de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft. In diezelfde periode onderzoekt hij nog een aantal andere Limburgse kastelen, waaronder Château St. Gerlach en Château Neercanne. Het team treft sporen aan die onder meer bevestigen dat Kasteel Schaesberg een middeleeuwse voorganger heeft. Naast het archeologisch onderzoek wordt er ook gebouwd. Onder leiding van Knook worden de muurkronen van de kasteelhoeve en de keldermuren van het kasteel een stuk opgemetseld. Hij oppert nog plannen voor de herbouw van de kasteeltoren, maar zo ver komt het uiteindelijk niet. Jaren later, in 2003, besluit de TU Delft de afdeling archeologisch en bouwhistorisch onderzoek op te heffen. Dit tot groot ongenoegen van Knook, die het jaar erop naar zijn watermolen in Zuid-Frankrijk vertrekt. Zijn busje is volgeladen met archeologische vondsten, waaronder die van Kasteel Schaesberg. Er zijn vakgenoten die hier schande van spreken. De vondsten hadden Nederland misschien niet mogen verlaten, maar zijn daardoor wel behoed voor de brand die de Delftse faculteit Bouwkunde in 2008 volledig verwoest. In juni 2019 sterft Knook vrij plotseling. Met toestemming van zijn weduwe worden de vondsten opgehaald in Zuid-Frankrijk en vervolgens ondergebracht bij De Vondst, het provinciaal archeologisch depot te Heerlen. De collectie van Kasteel Schaesberg omvat vooral potscherven, maar ook fragmenten van kacheltegels, plavuizen, een aantal metaalvondsten, glasfragmenten en dierlijk botmateriaal. De Vondst heeft de gemeente Landgraaf toestemming gegeven om speciaal voor Ontdek Landgraaf een aantal vondsten te selecteren, te fotograferen en nader te onderzoeken. Ontdek deze bodemschatten en hun verhaal nu zelf in onderstaande fotogalerij!
Blanc, E. & Brinkmann, B. (2014). Steinzeugflaschen mit CISM-Marken. Drei Produktionsstätten – aber kein Auftraggeber. Mülheim an der Ruhr: Bernd Brinkmann.
Caignie, F. (Red.) & Geyskens, L. (2013). Kachelovens. Alleen voor de 16de-eeuwse elite? Antwerpen vertelt een ander verhaal. Antwerpen: Stad Antwerpen, afdeling archeologie.
Correspondentie met dhr. Leon Geyskens, auteur van Kachelovens. Alleen voor de 16de-eeuwse elite? Antwerpen vertelt een ander verhaal (2013), juli 2022.
Correspondentie met dhr. Pim Möhring, conservator van de Nationale Numismatische Collectie bij De Nederlandsche Bank, juli 2022.
Correspondentie met dhr. Ralph Mennicken, autoriteit op het gebied van Raeren keramiek en directeur van Töpfereimuseum Raeren, juli 2022.
Correspondentie met dhr. Willem van Traa van Stichting Het Historisch Gebruiksglas, juli 2022.
Correspondentie met mevr. Annette Zeischka-Kenzler M.A., wetenschappelijk medewerkster bij Keramikmuseum Westerwald, juli 2022.
Henkes, H. (1994). Glas zonder glans – Vijf eeuwen gebruiksglas uit de bodem van de Lage Landen. Rotterdam: Bureau Oudheidkundig Onderzoek.
Jongen, J.J. (1953). De laatste bewoner van Kasteel Schaesberg. Land van Herle, 3(2), p.25-32.
Kasteel Schaesberg wordt steen voor steen herbouwd (1979, 6 oktober). Limburgs Dagblad.
Onderzoek naar herstel deel kasteelruïne (1986, 9 december). Limburgs Dagblad.
Panhuysen, J. (2003, 27 maart). Archeologieonderzoek voor voltooiing wegbezuinigd. Delta – Journalistic platform TU Delft. Geraadpleegd van
https://www.delta.tudelft.nl/article/archeologieonderzoek-voor-voltooiing-wegbezuinigd
Peters, L. (1972). Geschichte des Geschlechtes von Schaesberg bis zur Mediatisierung. Assen: Van Gorcum & Comp.
Schiffelers, J. (2013). Bouwhistorisch onderzoek. In Born, J. (Red.) Slot Schaesberg (pp. 67-127). Landgraaf: Heemkundevereniging Landgraaf.
Spectaculaire vondsten bij kasteeltuin Neercanne (1989, 17 juni). De Telegraaf (bijlage De Reiskrant).
Verrassende conclusie in onderzoek TH Delft. Kasteel Schaesberg ouder dan gedacht (1985, 13 april). Limburgs Dagblad voor Oostelijk Zuidlimburg.
Willems, R. (2020, 5 januari). Château Sint-Gerlach: Houthem wil bodemschatten terug. De Limburger. Geraadpleegd van
https://www.limburger.nl/cnt/dmf20200104_00139539
Ontdek Landgraaf is het digitaal erfgoedplatform van de gemeente Landgraaf.