Hoeve de Kamp is niet in één keer gebouwd. De oorsprong van het complex ligt in een voornaam herenhuis uit de 18e eeuw. In de vroege 19e eeuw verkoopt een zekere Peter Schreck het aan Johan Peter Erens, de grootvader van Frans Erens. Johan Peter is degene die Hoeve de Kamp, tot die tijd eigenlijk Huis de Kamp, uitbouwt tot een carréhoeve. Naast het woonhuis laat hij een waterput boren. Het puthuis vormt één geheel met de nieuwe bebouwing. De grote inrijpoort aan straatzijde geeft toegang tot de door stallen, schuur en woonhuis omsloten binnenhof. In het midden van de hof ligt de mesthoop en langs de muren loopt een geplaveide strook, de zogenaamde spronk. Veel van het dagelijks leven in Hoeve de Kamp speelt zich af in de keuken. Hier wordt gegeten, gekletst, gebeden en gekaart. Aan de witte muren hangen planken waarop koperen koffiekannen, ketels en pannen staan uitgestald. In de open schouw hangen ijzeren ketels waarin de vrouw en dienstmeiden het eten bereiden. Verder hebben zij twee fornuisjes met ovens tot hun beschikking. Deze zijn opgemetseld in de hoeken aan weerszijden van de schouw. Tijdens de lange winteravonden zitten de knechten gezamenlijk bij het keukenvuur. Turend in de vlammen voeren zij uiteenlopende gesprekken in een zwaar Duits dialect. Met de vader van Frans Erens, die zich vaak bij hen voegt en dan zijn pijp rookt, bespreken zij het werk van de afgelopen dag en de taken voor de komende dag. Voor bijzondere gelegenheden zoekt men de goede kamer op. Het is de meest verfijnde ruimte in Hoeve de Kamp, verlicht door twee hoge quinquet olielampen. Op een commode staan heiligenbeelden en aan de muren hangen gravures van heiligen. In de hoek staat een gietijzeren kolomkachel. Tijdens de jaarlijkse kermissen is deze ruimte gevuld met keurig geklede gasten die urenlang aan het kermisdiner zitten. De lange, ovaalronde tafel is dan gedekt met fijn damast, kristal en zilverwerk. De slaapvertrekken van het woonhuis zijn bereikbaar via een trap met houtsnijwerk in rococostijl. Rond 1815 logeerde een Pruisische officier in Hoeve de Kamp. Een haak, die hij in een balk had laten slaan om de verenbos van zijn steek aan op te hangen, zou daar nog aan herinneren. Hieronder volgt een fotoreportage van Hoeve de Kamp uit november 1965, gemaakt in opdracht van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, een voorloper van de huidige Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.