Op 30 april 1954 wordt Het Grote Offer onthuld. Terwijl het plantsoen volstroomt, vormen de Koninklijke Marechaussee, de Marechausseereserve en de Nationale Reserve een erewacht. Boven hun hoofden wapperen de nationale driekleur en de vlag van Limburg. Onder de toeschouwers bevinden zich veel schoolkinderen, nabestaanden van de slachtoffers, oud-verzetslieden en oud-strijders waaronder Frans Reumkens, die iedereen kent als ‘d’r Blinge Frens’. Op 10 mei 1940 raakte hij blind tijdens een aanval op zijn kazemat aan het Julianakanaal. Natuurlijk zijn ook het gemeentebestuur, de kerk en de mijndirecties goed vertegenwoordigd. Fanfare St. Caecilia, klaroenenkorps Prins Bernhard, trommel- en fluitencorps Wilhelmina, fanfarecorps Eendracht en zangvereniging Bel Canto zorgen voor de muzikale ondersteuning. Wanneer burgemeester Majel Custers Het Grote Offer samen met gouverneur Frans Houben onthult, heerst echter diepe stilte. Alle ogen zich gericht op het beeld, dat helder blaakt onder de lentezon. Wanneer het dodenappel klinkt en er kransen worden gelegd, herdenkt iedereen zijn eigen doden. De doden van een oorlog die nog vers in het geheugen ligt.