Al op zaterdag 8 april 1939, eerste paasdag, is Schaesberg in feeststemming. Rond 18.00 uur wordt de jonge Mennes opgewacht aan de rand van de parochie in mijnkolonie Eikske. De plaatselijke verenigingen zijn vertegenwoordigd en de ruiterclub rijdt hem tegemoet. Na een toespraak van burgemeester Lempers trekt het gezelschap onder muzikale begeleiding via de Hoofdstraat en de Spoorstraat naar het ouderlijk huis van Mennes. Overal hangt de vlag uit en mijnkolonie Leenhof is prachtig versierd. De volgende dag wordt door het fluit- en tamboerscorps reveille geblazen. Rond 10.00 uur wordt Mennes afgehaald door het lokale verenigingsleven. Terwijl fanfare Aloysiana speelt, trekt de stoet richting de H.H. Petrus en Pauluskerk. De straten zijn versierd met vlaggen, vaantjes en triomfbogen. Bij de spoorbrug neemt Mennes een door de katholieken van Schaesberg geschonken kelk in ontvangst. Na een plechtige mis in de uitbundig versierde kerk, keert Mennes terug in de Ceintuurstraat. Onder grote belangstelling zegent hij ‘zijn’ kruisbeeld in. Tijdens de daaropvolgende receptie in zijn ouderlijk huis, wordt hij overladen met geschenken. Wanneer de zon achter de daken zakt, worden de woning en het kruisbeeld prachtig aangelicht door schijnwerpers.