De Heilige Theresia van het Kind Jezus en Don Bosco

Midden in Lauradorp staat de Heilige Theresia van het Kind Jezus en Don Bosco. De kerk is ontworpen door Jan Beersma, de bedrijfsingenieur van mijnexploitant Laura & Vereeniging. Van zijn tekentafel komen ook de watertoren bij Rimburg en het gemeentehuis van Ubach over Worms. Door geldgebrek ligt het vrij gehouden kerkterrein nog altijd braak wanneer de laatste woningen van Lauradorp in 1931 worden opgeleverd. Er worden allerlei geldinzamelingsacties bedacht, waaronder de bouw van een openluchttheater in het Rimburgerbos. De opbrengsten van de druk bezochte voorstellingen, waaronder de passiespelen, vloeien naar het bouwfonds. Op 15 oktober 1933 kan de eerste steen worden gelegd. In de zomer van 1934 torent de kerk eindelijk boven het mijnwerkersdorp uit. Opgetrokken uit rode baksteen, in traditionalistische stijl. Eigentijds, maar met ambachtelijke materialen. De spitsboogvormige vensters herinneren aan de gotiek, zonder die te kopiëren. Op 22 juli wordt de kerk gewijd aan Theresia van Lisieux. Vandaar de naam ‘Heilige Theresia van het Kind Jezus’. De reden om daar nog ‘en Don Bosco’ aan toe te voegen, is een verhaal op zich.

In 1925 maakt dr. Henri Poels een reis naar Rome. Sinds zijn benoeming tot aalmoezenier van sociale werken in de Mijnstreek, maakt hij zich hard voor de belangen van de mijnwerkers en hun gezinnen. Hun welzijn is de sleutel tot een gezonde, katholieke arbeidersgemeenschap die niet in chaos en socialisme vervalt. Tijdens zijn Romereis bezoekt Poels ook Turijn, waar hij kennis maakt met het werk van de Salesianen. Deze Rooms-katholieke congregatie ontfermt zich over jongeren uit arme arbeidersgezinnen. Dat doet ze naar voorbeeld van haar in 1888 overleden oprichter Giovanni Bosco, beter bekend als Don Bosco. In 1841 werd de jonge Bosco priester in Turijn, waar de wantoestanden in de achterbuurten hem diep raakten. Zo hoog als de criminaliteit was, zo laag was het zedelijk peil. Talloze jongeren leefden in bittere armoede. Verwaarloosd en aan hun lot over gelaten, groeiden ze op voor galg en rad. Bosco zag het als zijn taak om hen als een soort pleegvader naar een beter leven te begeleiden. Dat deed hij onder meer via zijn oratorium, een soort jeugdcentrum voor dialoog, godsdienstonderwijs en ontspanning. Met zijn unieke aanpak en opvoedkundige talenten boekte Bosco grote successen. Dr. Poels is diep onder de indruk van het jeugdwerk. Na zijn thuiskomst probeert hij de Salesianen ook naar de Mijnstreek te halen. Tevergeefs, want de gevestigde geestelijken vinden dat ze zelf al genoeg aandacht voor de jeugd hebben. De bouw van een nieuwe mijnwerkerskolonie in Ubach over Worms is dan ook een buitenkans. Door Poels’ toedoen wordt de zielzorg voor Lauradorp in 1928 toegewezen aan de paters Salesianen. Hun grote voorbeeld Don Bosco wordt in 1934 heilig verklaard door paus Pius XI. De verering van de Heilige Don Bosco wordt steeds populairder, natuurlijk ook in de Salesianenvesting Lauradorp. Het kerkbestuur besluit de kerk ook aan deze heilige te wijden. Op 24 mei 1948 is het zover. Monseigneur Lemmens verricht de plechtigheid en Lauradorp viert feest.